LEEF! & GROEN willen dat de gemeente een actief beleid voert om te komen tot een rechtvaardigere inning van de belastingen en een meer gelijkwaardige verdeling. Dit kan zorgen voor meer middelen op alle niveaus en dus mogelijkheden bieden voor een sociaal en economisch beleid.
- De basisprincipes van een begroting moet gerespecteerd worden. Werkelijk vermoede uitgaven en inkomsten dienen vastgelegd worden en tijdig voorgelegd worden.
- Het gemeentelijk aandeel in de personenbelasting gaat opnieuw naar 7% op Vlaams niveau.
- Het onderhouden van voetpaden, fietspaden, wegen en rioleringen is noodzakelijk om grote werken te vermijden. De werken uitgevoerd door aannemers zullen beter gecontroleerd worden.
- De energiefactuur in gebouwen van de gemeente wordt gedrukt.
- Het plaatsen en onderhouden van computermateriaal aan organisaties zoals CEVI is duur. Het aanstellen van een ICT-deskundige kan het gemeentebestuur verlossen van deze woekerprijzen.
- De niet door een hogere overheid verplichte belastingen of vergoedingen voor administratieve stukken (identiteitskaarten etc…) worden afgeschaft.
- Onrechtvaardige belastingen of vergoedingen, die bovendien soms bijzonder ongelegen komen, schaffen we af.
- De afgeschafte belastingen op bankfilialen worden opnieuw ingevoerd.
Banken en supermarkten, die voorheen uitgesloten waren, krijgen nu wel een toelage als het om zelfstandige agenten gaat. LEEF! & GROEN vinden dat dit moet afhangen van de locaties en de wenselijkheid. Wij hebben méér dan voldoende supermarkten en bankfilialen. Ze belemmeren de opbloei van een centrum met echte lokale handelaars.
- De tussenkomst van de ouders voor buitenschoolse opvang en voor het kinderopvang moet gedurende de komende zes jaar gelijk blijven en aangepast zijn aan de inkomsten.
- We voeren een belastingvermindering en/of kortingstarieven in voor bijvoorbeeld wezen, invaliden en gepensioneerden, genieters van een leefloon.
- De belasting op tweede verblijven wordt verdubbeld. Andere vormen voor het belasten van uiterlijke rijkdom worden onderzocht op wenselijkheid en nuttigheid (zwembaden, tennispleinen, meervoudige garages, verharde oppervlakte, …). De uitwerking van deze regeling gebeurt na inbreng van de inwoners.
- De krotbelasting dient verfijnd te worden om verloedering en speculatie van bouwgronden tegen te gaan. Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen krotten en lege panden, de uitwijkmogelijkheid bij sanering en dergelijke moet uitgebouwd worden. De mensen dienen hun aanslagen tijdig te krijgen. Men zou zelfs kunnen werken met verwittigen. Bedoeling is immers niet om de gemeentekas te spijzen maar om de krotten te vermijden. Mensen moeten persoonlijk gecontacteerd worden om een oplossing te zoeken.
- De gemeente moet een zuiniger politiek voeren op bouwvlak. Bij projecten van een zekere omvang wordt het draagvlak bij de bevolking onderzocht.
- Er komt een kleine algemene belasting van 100€ op de Herzeelse bvba’s. Die dient om middenstand en zelfstandigen te ondersteunen via premies, centrumbeleid.
- Ook in Herzele zijn veel bedrijven die, door het toepassen van de randjes van de wetgeving, bijna geen belastingen betalen of er door de notionele interestaftrek zelfs terug krijgen. Daar wordt rekening mee gehouden bij gemeentelijke aanbestedingen en bestellingen. Wie effectief bijdraagt aan de samenleving mag daarvoor beloond worden.
- Herzele kent geen bedrijfsbelastingen. We stellen voor dat er een algemene belasting komt op de oppervlakte van bedrijven. Dit helpt eveneens om het ruimtebeslag in te perken. Er lopen nu meer dieren op onze KMO-zones dan er tewerkstelling is. Voor verharde oppervlakte wordt omwille van de overstromingen/klimaatwijzigingen extra gerekend. Hiermee worden mensen die hun oppervlakte opbreken gesubsidieerd. De milieubelasting voor kleine landbouwers en bedrijven kan hierdoor ook naar beneden. Dit noemen wij onze Herzeelse taxshift. De meerderheid was dit gunstig gezind en beloofde dit aan te pakken. Het bleef echter bij beloven.
- In afwachting van een definitieve democratische controle op de uitgaven van de kerkfabrieken, moeten zij eveneens een zuinige politiek voeren en werken aan selfsupporting. Gesubsidieerde gebouwen dienen voor het publiek toegankelijk te zijn en open te staan voor een aantal activiteiten.